Juni 2016
“Het is een en al misère dat weer, en het ziet er ook niet naar uit dat het beter wordt de komende dagen” aldus onze buurman in de haven van Vlieland. Ze varen een ruime Contest en wachten net als ons op een goed weersvenster om naar Brunsbuttel te varen. We zijn met redelijk weer naar Vlieland gevaren maar liggen nu al twee dagen verwaaid, en zijn niet de enige…
We hebben drie weken vakantie en zijn onderweg naar Denemarken met z’n viertjes. Vlieland is de ideale plek om te vertrekken aangezien je direct de zee op kan en stuurboord uit boven de eilanden kan varen, er liggen meerdere boten te wachten om de oversteek te maken naar Brunsbuttel. Al snel gaan alle gesprekken op de steiger over het weer, wat komt eraan, is er al een gaatje, etc. Daarbij krijg je ook het nodige gevraagde en ongevraagde advies, vooral het feit dat wij met kinderen varen verleid menig zeiler om ons op de risico’s en veiligheid te wijzen. “Je moet wel goed weer hebben, je moet geen onnodige risico’s nemen, dit is toch je kostbaarste bezit”. Het is allemaal goed bedoeld, echter zijn wij ons zeker bewust van potentiële risico’s en maken wij bewuste keuze’s.
Na twee dagen komt er toch een mooi weergat. Als we in de loop van de middag vertrekken pakken we een licht wind uit het noorden en kunnen we, eventueel met motor bij, op tijd de stroom mee pakken in de Duitse bocht. We maken snel de boot gereed, bereiden een maaltijd voor en vertrekken samen met twee andere schepen. Het eerste stuk door de Stortemelk is nog onrustig door de stevige noord westen wind van de afgelopen dagen. Als Wende wakker wordt en niets wil eten is dat geen goed teken. Niet veel later wordt ze inderdaad zeeziek en moet overgeven. Zodra we echter stuurboord uit kunnen en boven Terschelling varen wordt de zee kalmer en hersteld Wende zich. Ze eet zowaar een kom met macaroni op.
De nacht verloopt rustig, als de wind wat wegzakt gaat de motor aan om voldoende snelheid te houden en op tijd het tij mee te kunnen pakken in de Duitse bocht. Ter hoogte van de Eemsmond worden we opgeroepen door een groot cargo schip dat anker op gaat. De kapitein vraagt of we achterlangs kunnen varen, zo’n verzoek kan je maar beter opvolgen en dus verleggen we koers en varen achterlangs het schip. Los van de windmolenparken komen we niets tegen. We bliven tussen de eilanden en de shippinglane in varen en kunnen in de loop van de ochtend de aanloop naar Bremen en Willemshaven zonder problemen oversteken. Vanaf daar hebben we stroom mee en lopen met een flinke snelheid via Cuxhaven naar Brunsbuttel. Hier moeten we nog even wachten voordat we de sluis in kunnen. Uiteindelijk liggen we eind van de middag in de haven, direct achter de sluizen. De volgende dag motoren we over het Noord – Oost zee kanaal naar de Oostzee. Hier begint een heerlijke vakantie met mooie dagtochtjes, kleine eilandje’s, ankerplekken, leuke stadje’s maar bovenal tijd voor elkaar. Na drie weken komen Thom, Marjolein, Rob en Cock aan boord om onze boot terug te varen.